Pagina:Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (vyfde druk).djvu/390

Deze pagina is gevalideerd
378

103) De toenmalige Algemeene Sekretaris der indische Regeering, Mr C. Visscher.


104) Ik meen hier blyken te geven dat de eischen der kunst ten-aanzien van de maat der optewekken aandoeningen, of liever van de daartoe strekkende middelen, my eenigszins bekend waren. Ook beweer ik in den Havelaar zelf (zie, byv. blz. 288) my aan die eischen te hebben gehouden. Juist omdat ik minder akeligheid schilder dan uit de geschetste omstandigheden blykt voorttevloeien, is de indruk der Saïdjah-epizode zoo algemeen en zoo diep geweest, en alzoo is de beschuldiging van „overdryving” een fout op ’t gebied der kritiek. Dit wat kunstbesef aangaat. En wat de feiten betreft die in den Havelaar vermeld worden, ook daarin blyf ik beneden de waarheid. Ik roerde niets aan dan wat ik — thans nog! — bewyzen kan, en dus volstrekt nog ’t ergste niet. Wie nu, om den indruk van m’n pleidooi te ontzenuwen, z’n toevlucht neemt tot de afgezaagde en goedkoope beschuldiging dat ik „overdreven” heb — in den grond eigenlyk slechts ’n oneerlyk-vermomd erkennen van de waarheid! — gelieve te zeggen: wat, waarin, hoe, in-hoe-ver? Hiertoe dan ook sommeerde ik herhaaldelyk Duymaer van Twist, den man die beter dan iemand by-machte wezen moest my tegentespreken, indien er iets op myn beweringen viel aftedingen. Hy evenwel durfde niet eens van „overdryving” spreken, en bepaalde zich tot het verwyt dat ik zooveel talent had — in zyn oog ’n fout zeker — en dat-i zwygen zou uit vrees voor den schyn van partydigheid. En met zulke jongensachtige uitvluchten namen Kamer en Natie genoegen! Is dit Recht, Nederlanders?

105) Bochten van den Tjioedjong. Deze rivier draagt naar die vele bochten z’n naam. Tji: water. Oedjong: hoek. ’t Woord Rangkas beteekent een door zulke bochten omarmde streek lands. Betoeng is ’n bamboesoort.

106) Sambal-sambal: allerlei toespys, ’n keukenvak waarin Indiën uitmunt. De beschryving van de sambals die daar in gebruik zyn, zou boekdeelen vullen. In welvarende familien vordert dit onderdeel van ’t dagelyksch menu de uitsluitende zorg van ’n bediende, en by ryken is één persoon daartoe zelfs niet voldoende. Als grondstof dient al wat eetbaar is, zooveel mogelyk onkenbaar gemaakt, en ook veel dat oningewyden niet eetbaar voorkomt, byv. onrype vruchten en bedorven vischkuit. Het bereiden van al die gerechten volgens de regelen der kunst, vereischt ’n ware studie. Ook is er voor baren (nieuwelingen) soms eenige oefening noodig om ze smakelyk te vinden, maar ingewyden geven aan de indische keuken de voorkeur boven de velerlei soorten van europesche tafels.

107) Zoodra in 1873 het geheim traktaat met Engeland van 1824, dat ons tot eenige bescheidenheid verplichtte, was ingetrokken, werd de oorlog