Pagina:Mengelingen Deel 1.pdf/73

Deze pagina is proefgelezen

— 71 —

De Gevangene.
UIT HET RUSSISCH.

Lieve zusjen, vreugdebode, die de komst der Lente spelt,
Hoor, en zeg den wouden over, zeg ze wat mijn Cijther meldt.

Schoone Alexis zat gevangen, en verging in ’t kerkerkot!
    Harde kluisters, stalen banden,
    Dichte deuren, holle wanden,
    Yzren tralies, staâge nacht;
    Niets dat antwoordt op zijn weenen
    Dan de weêrklank van de steenen,
    En een onverbidbre wacht!
Schoone Alexis zat gevangen, en verging in ’t kerkerkot!
Schoone Alexis zat gevangen, ô Hoe gruwzaam was zijn lot!

Schoone Alexis zat gevangen, en verging in ’t kerkerkot!
    Innig hartzeer, prangend knagen,
    Lichaamspijnen, hersenplagen,
    Vuile Lucht, en kerkersmet,
    Schimlig brood doorweekt van tranen,
    Hadden blos en glans doen tanen,
    Hadden moed en geest verplet.
Schoone Alexis zat gevangen, en verging in ’t kerkerkot!
Schoone Alexis zat gevangen, ô Hoe gruwzaam was zijn lot!

Schoone Alexis zat gevangen, en verging in ’t kerkerkot!
    Onder ’t drukkend leed bezweken,
    Van ontzet en hoop versteken,
    Schreef hy aan zijn naaste bloed:
    « Lieve Broeder, ’k zucht in ketens;