Pagina:Multatuli - Indrukken van den dag - 2.djvu/17

Deze pagina is proefgelezen

55

zijn en dat hunne halzen geen schaafmerk dragen van het systeemjuk, — de theoristen kunnen met den besten wil onmogelijk zonder hulp van personen als Stolte die zaak beoordeelen. Zij kunnen betoogen, bewijzen zelfs dat vrije arbeid beter is, zedelijker, meer kans aanbiedt op welvaart, . . . . gewis, wie twijfelt daaraan?

„Wie twijfelt er aan of absentie van roof, moord, diefstal, echtbreuk, luiheid, wenschelijk ware?

„Wie twijfelt er aan of het goede beter zij dan het kwade?

„Maar die vragen zijn oiseus.

„De vraag is niet wat hier het betere zij. De vraag is of het betere kan bereikt worden, en zoo ja, langs welken weg?

„En op die vraag kon de heer Stolte beter antwoorden dan de beste theorist.

„Want bij dat antwoord staat op den voorgrond de kennis van de eigenschappen des inlanders, wiens wil dien vrijen arbeid moet mogelijk maken. Wie dit over het hoofd ziet, kleeft de absurditeit aan die er liggen zou in „dwang tot vrijheid.”

„De vraag is: hoe oud, in hoeverre ontwikkeld is het volk, waarvoor men brieven van handligting vraagt? — Moet niet die handligting een gevolg zijn van zedelijke meerderjarigheid? [1]

  1. De kwestie over vrijen arbeid, is geen kwestie. Maak den inlander geschikt tot meerderjarigheid, laat hem de vrije beschikking over zijn eigendom, beroof hem niet, martel hem niet, vermoord hem niet, en er zal vrijwillige arbeid wezen.
    Kiezers van Tiel, zoudt gij vrijwillig arbeiden, wanneer ge niet zeker waart dat het door dien arbeid verkregene, uw eigendom bleef?
    Toen die buffel hem was afgenomen . . . . . . enz.” in die woorden