Pagina:Multatuli - Indrukken van den dag - 2.djvu/20

Deze pagina is proefgelezen

58

„Ik beweer, dat dit vaak het geval is, ja, ik houd staande, dat dit meestal het geval is. Bijna had ik gezegd altijd. . .

„Er heerscht namelijk in Indie een geest van. . . hoe zal ik het noemen? . . . een geest van vergoêlijken: van schipperen, van eerbied voor zijne Excellentie, die alle verschil van gevoelen met zijne Excellentie tot een hors d’oeuvre maakt.

„Ik verzeker u in officiele advyzen te hebben gelezen, na een considerans, die aanhaalde hoe Zijne Excellentie vroeger besliste in gelijksoortig geval:

„Ik vermeen dus in den geest van Uwe Excellentie te handelen door te advyseren, enz.”

„Ik laat nu daar wat men hebbe te denken van Excellentien, die zoodanig advys niet terugzenden, ik constateer slechts, en zou curieuse voorbeelden van dien geest kunnen aanvoeren.

„Hieruit volgen onjuiste opgaven, partant: onjuiste oordeelvellingen in de Tweede Kamer.

„Ik ben voor de handhaving van het bijna onbeperkt gezag van den landvoogd in Indie. Ik zoude verlangen, dat ieder hem diepen eerbied betoone. . . . . . . .

„Maar ik ben er tegen, dat men dien eerbied uite in. . . . onwaarheden.

„En daarom geloof ik dit te mogen vooropstellen als een vereischte in den nieuwen volksvertegenwoordiger: dat hij aandringe op waarheid in de berigten die uit Indie worden gegeven als données voor de beraadslagingen der Tweede Kamer.

„Welke hoedanigheden er noodig zijn, om dat aan-