Pagina:Multatuli - Over Vrijen Arbeid in Nederlandsch Indie (1873).djvu/41

Deze pagina is proefgelezen
29
Vrye arbeid.


van diefstal en doodslag, maar gaarne hun linge sale willen wasschen en famille, en daarom aan ’t Volk wat opgeworpen verschilpunten ten-beste geven. Aan ’t Volk, dat ten-laatste ― al waar ’t uit zucht tot verandering alleen — die schandalen niet verdragen zou. Het wachtwoord van die heeren is: zwygen!


En ik spreek hier niet van Ministers alleen. Ik vraag u, lezer, of ’t niet in de rede zou gelegen hebben dat men in de Tweede-Kamer — of ook in de Eerste, waarom niet? — aan de Regeering had gevraagd of de Max Havelaar waarheid bevat? We hebben behoudende en liberale ministeriën gehad sedert de verschyning van dat boek, maar geen opposant heeft aan ’n behoudende Regeering, geen behouder heeft aan ’n liberaal bewind durven vragen of ik de waarheid gezegd had. Ieder voelde dat het antwoord even nadeelig luiden zoo voor z’n eigen party als voor de vyandelyke. Ieder begreep dat er niets viel te winnen door ’t staven van beschuldigingen, die terstond daarop met gelyk recht zouden worden ingebracht tegen hemzelf. ’t Scheelt me weinig of ik triviaal schyn. . . ik neem m’n uitdrukkingen waar ik ze vind. . . het Volk zal my verstaan: ’t is diefje met diefjesmaat!


Dit komt er van, kiezers, wanneer ge u niet bemoeit met uw zaken.


Zwygen dus, smoren!


Ja, smoren! Maar toch zyn er enfants terribles die in de hitte van den stryd geen acht-geven op ’t sjt! dat het Volk moest buitensluiten van de waarheid. Onlangs by de behandeling der koloniale begrooting heeft men elkaêr over-en-weer Droogstoppel genoemd. Men kan ’t nalezen in ’t verslag der zittingen van de Tweede-Kamer.