Pagina:Multatuli - Verspreide stukken - Zesde druk (1879).pdf/73

Deze pagina is gevalideerd
65
waar ik gezaaid heb!


gen — slechts om het doel der uitgave dan — wel niet betreurt, maar dat ge u daarover als over ’n verspilling beklagen zoudt, indien het u te-doen ware geweest om myn geschrift te lezen. Zie, als ik eenmaal iets zal te klagen hebben, wilde ik zoo gaarne geloofd, en niet geprezen worden over de wyze waarop ik m’n klaagtoon geuit heb. Zoudt gy zóó schryven, lezer? Neen, neen, duizendmaal neen! Gy zoudt alles anders — en oneindig beter! — gezegd hebben dan ik…ge zoudt Huygens met rust gelaten hebben.


Het onwaarschynlyke is waarschynlyk. Ik wacht op ’n statistiek van Nederlandsche watervloeden, om tot ’n slotsom te komen van de gemiddelde kans op één overstrooming in zóóveel jaren. [1] Naast deze berekening legge men ’n gelyke opgave van de tydruimte waarin de Javasche rivieren op geweldige wyze zóóveel malen haar oevers overschryden. Wanneer men dan de kans berekent, in hoeveel millioenen jaren daar en hier gelyktydig watersnood plaats vindt, zal men met het oog op de tegenwoordige konjunktie tot ’n rezultaat geraken, dat ons noopt de wysheid te bewonderen van den kleinen jongen, die met wegwerping der theorie van Huygens »even” raadde.

Maar is deze konjunktie toevallig?

Hoe jammer nu, niet waar, dat juist op ’t vernemen van die ramp, de weldadigheid hier-te-lande is uitgeput door ’t voorzien in eigen nood! Wat zou die mare van de ellende ginder ons getroffen hebben, als we niet óververzadigd waren — letterlyk geabreuveerd — van tafreelen, even waterig. Is ’t niet zoo?


  1. (Noot van 1875,) In m’n Millioenen-Studien, en op veel plaatsen meer, noemde ik watersnood ten-gevolge van ’t doorbreken der rivierdyken in Nederland, ’n onverantwoordelyke gebeurtenis, en ik meen deze beschuldiging in ’t 4e hoofdstuk van den 5n bundel der Ideen voldoende gestaafd te hebben. Banjirs in Indie kunnen niet voorkomen worden, maar rampen ten-gevolge van zoetwater-overstroomingen in ’n vlak land, zyn eigen-fabriekswerk.
5