Pagina:Multatuli - Verspreide stukken - Zesde druk (1879).pdf/84

Deze pagina is gevalideerd
76
Wys my de plaats


en weinig tyds geleden was de premie op het dooden van ’n tyger verhoogd van vyftien op twee-en-twintig gulden!

Maar het geweer was ’n ouwerwetsche enkelloop, met vuursteen. Zou de vuursteen goed wezen, en wel vast geschroefd? Zonder te veranderen van richting of blik, steunt de jager het geweer alleen met de rechterhand, hy laat de linker langs den loop terugglyden tot het slot, betast den haan, vindt den steen, wrikt dien onwillens los…

Ja, ’t is wél ’n tyger die daar zit te loeren, en als kende het dier den weerloozen toestand zyner tegenparty, hy springt toe…

Karidien houdt hem ylings ’t onnut geweer voor, maar vruchteloos! Daarop volgde een stryd met den klewang [1] waarin Karidien overwinnaar bleef. Wel was hy aan den linkerarm gewond, maar toch nog wèl genoeg om na ’t verslaan van den vyand, z’n buurman Pa-simah te roepen, om samen het beest te ontdoen van de huid. Daarop was Karidien naar het kantoor van den kontroleur gegaan, die hem de uitgeloofde twee-en-twintig gulden deed uitbetalen. ’t Was de moeite waard om vroolyk te wezen in dat huisje!

En Amia, Karidien’s vrouw, was verheugd omdat ze spoedig dacht te veranderen van naam. Na de geboorte van het kindje dat ze wachtte, zou ze Embon-Sarie heeten, want op Java noemen de geringe lieden zich naar hun eerste kind, en er is iets liefs in deze gewoonte. Is ’t niet of de vrouw afstand doet van alles, om moeder te zyn, niets dan moeder, van haar eerstgeborene?

O gy die uit belangzucht den Javaan tracht wegtestooten uit de groote familie der mensheid, meent ge dat ’n moeder dáár geen moeder is? Meent ge dat ze ’t ongeboren kind voelt leven


  1. Klewang, kort breed zwaard dat de gewone inlander, meer als hakmes dan als wapen, gewoonlyk by zich draagt.