Pagina:Multatuli - Verspreide stukken - Zesde druk (1879).pdf/90

Deze pagina is gevalideerd
82
Wys my de plaats


stand biedt…weg, alles wat vlucht! Tegen die kracht bestaat geen kracht, tegen die snelheid bestaat geen snelheid! Weg, rund en paard en mensch…weg, plant, boom, tuin, woud…alles weg, alles glad geschaafd, gemaaid, geschoren!

Maar lang duurt deze woede niet. Ze is hiertoe te hevig. Weldra zal men in ’t achtergelaten slyk de brokken vinden van het verwoeste, en de lyken van al wat gedood is.

Men zal trachten optebouwen wat vernield werd. De landman zoekt de plaats waar hy gezaaid heeft. Helaas, de banjir heeft oogst en land te-zamen meegevoerd. De heuvel die den akker bepaalde, is ’n meer geworden, dat in z’n schoot de vruchten verbergt van veel arbeids, en er is valsheid in de vriendelyke rimpeling van het water, als in den glimlach van ’n booze.

Wèl…is er water waar land was, ginds daarentegen is ’n strook gronds bloot geraakt, die vroeger niet bestond. O, hoe schynbraaf is de vyand die zich houdt als wilde hy dáár teruggeven, wat hy hier ontnam. En de nieuwe grond is vruchtbaar…

Aan den arbeid, aan den arbeid! Er moet ryst zyn voor den honger…er moet koffie wezen voor den anderen honger, die handel heet in Europa! Er moet gewerkt worden, opdat de kinderen…

Gewerkt? Waarmee? Waar is de patjol? [1] Weggespoeld. Gewerkt voor vrouw en kind? Zyn ze niet meegevoerd als het gereedschap? Weggesleurd als de huizen, als de tuinen, als de oogst?

O, gelukkige arbeider die niet gespaard bleeft om te arbeiden in de slibbe die zoo vruchtbaar wezen zal, omdat…

Ja, want uw patjol zou stuiten op geraamten! En als de


  1. Patjol, spade.