Pagina:Multatuli - Verspreide stukken - Zesde druk (1879).pdf/92

Deze pagina is gevalideerd
84
Wys my de plaats


En de jaloersche Dajik strekte in den doodstryd de hand uit over de mooie Aïssa, als om haar te beveiligen tegen de blikken der mannen, die haar lyk zouden bloot vinden na den afloop van ’t water.

En Amia, die Emboh-Sarie heeten zou? Moet men ’n vrouw zoeken, of eene moeder? Zou zy het wezen, zy die daar ligt met pynlyken trek, als ware zy bezweken onder ’n dubbelen dood? Zou dat haar kind geweest zyn, het vormloos klompje dat geboren werd in het water?

O god, o god, wenden wy den blik af van die verwoesting! We hooren die laatste zuchten, we voelen die laatste trekking der spieren, we verstaan die laatste beden…en ’t wordt ons eng om het hart. Want, lezer, die Javanen waren menschen! De lyken die daar liggen, en dreigen met de pest, zyn de lyken van menschen! Zy voelden, hoopten, vreesden, als wy. Ze hadden aanspraak op levensgeluk als wy…

Lezer, Nederlander, het waren menschen, die Javanen!

En de overblyvende die treurig staart op de verwoeste landstreek, en vruchteloos rondschouwt naar de plaats waar hy gezaaid heeft, is ’n mensch! En waar hy het lyk zoekt van z’n nabestaanden, van z’n moeder, van z’n vrouw, van z’n kind, krimpt hem het hart in-een, zoowel door de vreeze van niet te vinden wat hy zocht, als uit angst dat hy ’t vinden zàl. En waar hy slaagt in z’n droevig nasporen, snydt hem de wanhoop door de ziel, zooals dat wezen zou by Uzelf, lezers, wanneer gy ’t lyk vondt van uw kind, van uw bruid, van uwe moeder…

Die Javaan is ’n mensch, lezer!


Neen, ik legde me niet toe op ’n beschryving van den watersnood op Java. »Daar liggen duizende lyken die moeten worden weggeruimd, opdat er geen pest kome!” Zoo melden de nieuwsbladen…en ik vraag of men treffender beschryving verlangen kan? Voor ’n zorgend bestuur zyn die lyken schadelyke voorwerpen van on-