Pagina:NL-HaNA 1.01.02 12588.55B Vrede van Munster.djvu/10

Deze pagina is niet proefgelezen

De Onderdanen van de voornoemde Heeren Coninck ende Staten sullen reciproquelick genieten inde Landen d'een van den anderen de Oude Vrijheijt vande tollen, vande welcke zij in Vredelijcke possessie geweest sullen sijn voor het begin vanden Oorlog.

11.

De hanteringe, ommegangh, ende Commercie tusschen de respectieve Onderdanen, en sal niet mogen verhindert worden, ende jndien eenige verhinderingen mochten gebeuren, deselve sullen reelich en metter daet werden wech genomen,

12.

Ende vanden dach aft van't besluijt en ratificatie van dese Vrede sal den Coninck doen ophouden, het heffen van alle tollen opden Rijn ende Maze, die voorden oorlog geweest sijn onder het ressort ende district der Vereenichde Nederlanden, specialich mede den Zeenschen Tol, in voegen dat desen tol niet geheven sal worden en van wegen sijne voors. Majesteijt noch binnen de Stad van Antwerpen, noch elders; Welverstaende, en op conditie, dat vanden voornoemden dach aft de Staten van Zeeland reciproquelick 't haren laste sullen nemen ende betalen eerst en voor al, vanden selven dach aft de Jaerlicxe renten, die voor het jaer vijftienhondert twee en veertich opden voors. Toll sijn gebesicht geworden, en van de welcke de eijgenaers en Rentheffers in besit en ontfanch sijn geweest voor het begin vanden voors. Oorloch; Het welcke van gelijcken sullen doen de eijgenaers vande voornoemde andere tollen.

13.

Het wit geseden Sout comende uijt de Geunieerde Provincien ende Landen van sijne voors. Majesteijt sal aldaer ontfangen ende geadmmitteert worden, sonder hooger als het groff Sout belast te sijn; Jnsgelijcken het Sout comende uijt de Landen van sijne voors. Majesteijt inde Vereenichde Provincien, sal worden geadmitteert ende