50
kant. Wij hadden juist mijn kajak naar den kant van het ijs gebracht en terwijl ik daarmee bezig was, ging Johansen terug, om zijn kajak naast de mijne te brengen. Daar hoor ik opeens gerucht achter mij en toen ik omkeek, zag ik Johansen op zijn rug liggen, onder een beer, dien hij bij den strot hield. Ik greep naar mijn geweer, dat op het voordek van mijn kajak lag; maar op hetzelfde oogenblik gleed de boot het water in en het geweer mee. Met inspanning van al mijn krachten trok ik de zwaar geladen kajak weer op het ijs en terwijl ik daarmee bezig was, hoorde ik Johansen zeggen: "ge moet u haasten, als ge niet te laat wilt zijn."
Eindelijk had ik het geweer uit zijn omhulsel gehaald en toen ik mij omkeerde om te schieten, was de beer juist vlak voor mij. In de haast van het oogenblik haalde ik den haan van den rechterloop, welke met schroot geladen was, over. De beer werd door het schot achter het oor getroffen en viel dood tusschen ons in. Johansen was niet gewond; hij had alleen een schram op den rug van zijn eene hand. We gingen toen verder met een goeden voorraad versch berevleesch.
De laatsten onzer honden.
Er was een sterke strooming en het ijs was overal in drijvende stukken gebroken. De open geulen daar-