63
weer een gunstige wind die ons gelegenheid gaf de zeilen onzer sleden te gebruiken, en nu gingen wij met werkelijk groote snelheid vooruit.
Den 12en Juni kwamen wij eindelijk aan den zuidkant van de eilandengroep en daar vonden wij een uitgestrekt open water, dat zich langs de Zuidkust in westelijke richting uitstrekte. Er woei nog steeds een gunstige wind. Wij bonden onze twee kajaks aan elkaar, zetten een bamboestok als mast erop, en heschen daaraan onze slêezeilen. Zoo waren wij in staat op het open water langs de kust te zeilen en op die wijze vorderden wij goed. Toen de wind verflauwde of minder gunstig werd, streken wij de zeilen en gingen pagaaien.
Zoo kwamen wij nabij de zuidwest-punt van den eilandengroep. Wij verheugden ons reeds in de gedachte, dat wij zouden kunnen oversteken naar Spitsbergen waar wij zeker konden zijn binnen een paar weken opgenomen te worden aan boord van een naar Noorwegen terugkeerend schip.
Geographie.
Terwijl wij langs deze kust voeren, merkten wij op dat het breedtecijfer dat ik bij de opnemingen verkreeg, verwonderlijk overeenkwam met dat hetwelk Leigh Smith had aangegeven voor de Zuidkust van Franz Jozefsland. Het was ook merkwaardig,