Pagina:Nansen's Poolreis.djvu/68

Deze pagina is gevalideerd

66

te vallen, maar op hetzelfde oogenblik verdween hij even snel als hij gekomen was. Het water stroomde in de kajak door de lange scheur welke de walrus er in had gemaakt. De boot zonk meer en meer; maar op het laatste oogenblik gelukte het mij haar te doen vastloopen op een ijsschots, die vooruitstak onder water. Zoo kwam ik veilig uit de boot op het ijs. Den volgenden dag besteedde ik aan het herstellen van de kajak en het drogen van mijn kleederen en uitrusting, het photographeer-toestel enz. Alles was kletsnat van het zeewater; maar gelukkig was er geen schade van belang aangericht.


Hondengeblaf.

Den daarop volgenden dag wilden wij onze reis vervolgen. Ik maakte vóór ons vertrek het ontbijt gereed en ging nog even een hoogte op om het land te verkennen. Terwijl ik daar stond, bracht de wind mij van het land een verward gedruisch van de duizenden zeevogels aan, die daar het gebergte bewonen. Ik luisterde naar al die vogelstemmen; maar plotseling werd ik getroffen door een heel ander geluid. Het geleek zooveel op het blaffen van een hond, dat ik in het eerste oogenblik niet kon twijfelen of het was hondengeblaf geweest. Maar toen hoorde ik weer niets dan het vogelrumoer en dacht daardoor, dat ik het mij maar verbeeld had. Daar woei echter