81
moeten in Noorwegen, hetzij dan dat gij aan boord van, of zonder het vaartuig terugkeert."
De trouwe kapitein.
Sverdrup maakte het zich tot een gewetenszaak de voorschriften welke ik had opgesteld stipt uit te voeren en zoo werd de geheele zomer, nadat Johansen en ik de Fram hadden verlaten, ijverig besteed, niet alleen voor alles wat de veiligheid van het vaartuig betrof, maar ook om de uitrusting voor een sledetocht over het ijs zoo volmaakt en volledig te maken als maar mogelijk was. Nooit is waarschijnlijk een expeditie beter voorbereid geweest om een vaartuig in den steek te laten als deze, en dat hoewel de noodzakelijkheid om zulks te doen zich niet liet aanzien. Reeds vóór mijn vertrek waren lichte, opvouwbare kajaks, elk voor twee man, aan boord gereed gemaakt, en sleden, ski, sneeuwschoenen, kookgereedschap, tuigwerk voor de honden, enz. enz., dat alles werd beproefd en goed nagezien; voorts werden volgens mijne instructies de mondvoorraden steeds gereed gehouden. Reeds voor wij het schip hadden verlaten, was men reeds eenigen tijd bezig geweest om de ijsblokken weg te werken, welke gedurende de persing van Januari 1895 tegen de wanden van de Fram waren opgestapeld. Deze arbeid werd ook na ons vertrek voortgezet.
In het laatst van Maart, juist toen deze laatste