92
die op het punt stond te springen; maar de rand van het ijs was hoog boven hen en het gelukte hun niet dan na enkele vruchtelooze pogingen om een veilige plaats te bereiken. Onmiddellijk daarop volgde de ontploffing.
De Fram komt weer los.
Nadat men een aantal dagen hard gewerkt had aan dit uitijzen met springmiddelen, slaagde men er eindelijk in de Fram weer vrij te krijgen, en zoo begon toen op 19 Juli het zware werk om het vaartuig in zuidelijke richting te sturen, dwars door het dicht opeengepakte drifijs. De hoeveelheid ijs in deze buurt was ontzaglijk, en daarbij waren zulke reusachtige schollen dat men zelfs met den kijker het einde niet kon zien. Nergens zag men open water en de toestand leek soms hopeloos. Maar er is een sterke prikkel wanneer men nergens een toevluchtsoord ziet, en er geen andere keus is dan vooruit te streven. Zoo werkte men maar door met dit uitstekende schip waarmede het onmogelijke tot mogelijkheid werd. Stoomende en laveerende zwoegde de dappere Fram, stukje bij beetje, door ijs waarvoor de meesten in vertwijfeling het doorbreken zouden hebben opgegeven. Werd het zelfs voor de Fram te machtig dan werd baan gebroken door springmiddelen.
Ongeveer een maand lang ging men voort met dit werk en zoo braken zij zich gedurende