Pagina:Nieuwe Tijdinghen 1622-019.pdf/8

Deze pagina is niet proefgelezen

8

ringhe meer zoude ghecontinueert worden, Ende daerom oock niet bequaem vindende, dat de Prelaten, groote Heeren, ende Staten, van dit onsen Coninckrijcke, Oft de Ridders, Burghers ende andere Persoonen van dit Parlament, souden de Reyse tot de zelve Verghaederinghe weder aennemen. So hebben wy goet ghevonden de wete te doen aen alle Persoonen die dit sal moghen aengaen, Dat sy niet en sullen hoeven te comen totde selve Verghaederinghe, ter plaetsen ende op den tijdt daer toe gheordonneert, maer sullen hier door daervan ontlast worden.

Oock Ordonneren wy dat niet, dat in dese onlanckxsche Verghaederinghe vant’ Parlament ghehandelt is gheweest, sal van weerde ghehouden worden.

Ende al is het saecke dat wy nu op desen tijdt gedwonghen zijn de Verghaederinghe vant' Parliament af te breken, Nochtans onsen wille ende begheerte is, dat alle onse Ondersaten Notitie sullen nemen om het schouwen van alle quaede Suspitien ende Jalousien, Dat onse meyninghe ende volle resolutie is, Om ons volck te Gouverneren in de selve maniere ghelijck onse Predecesseuren de Coninghen ende Coninghinnen van dit Coninckrijck (van best Regieringhe) hier voortijdts gedaen heb-

ben