Pagina:Noord-Brabander 1839 no 095.pdf/1

Deze pagina is proefgelezen
N o. 95
1839.
 

NOORD-BRABANDER.

Donderdag 8 Augustus.

dicere verum quid vetat?

horatius


FRANKRIJK.

PARIJS, den 4den Augustus.

Het vertrek van den Hertog van Orléans voor de reis naar het zuiden van Frankrijk is op Vrijdag den 9den dezer bepaald. Mevrouw de Hertogin van Orléans zal Z. K. H. tot aan Port-Vendres vergezellen, alwaar de Vorst zich voor Afrika zal inschepen.
Z. K. H. zal gedurende zijne reis in Frankrijk alleen door drie officieren vergezeld zijn. Al de overige zullen Z. K. H. te Port-Vendres afwachten en naar Algiers vergezellen, alwaar Hoogstdezelve bijna eene maand zal verblijven en eerst in de laatste dagen van October te Parijs terug zijn.
De Hertog van Nemours en de Hertog van Aumale zullen tegen het einde dezer maand naar het kamp van Fontainebleau vertrekken.

— De regering heeft heden morgen eene telegrafische depêche uit Bayonne ontvangen, waarin gemeld wordt dat lord John Hay, kommandant der Brittannische magt op de kusten van Cantabrië, onlangs eene lange conferentie met Maroto te Miravollès, een uur van Bilbao, gehad heeft.
Dit onderhoud heeft plaats gehad op verzoek van den Generaal en Chef van het Carlistische leger, die zich naar Miravalles met zijnen geheelen staf, benevens den Engelschen Admiraal begeven had.

Meunier, die wegens aanslag op den persoon des Konings, na gratie bekomen te hebben, naar de vereenigde staten zich begeven had, doch naderhand dit land om welke reden weet men niet, had verlaten en naar Texas de wijk genomen, is volgens eene partikuliere Correspondentie in een duel onder de slagen van een Italiaan omgekomen.

— De oorlogsstoomboot de Rhadamante had den 17den Julij de Engelsche vloot, zamengesteld uit acht linieschepen, bij Chyprus kruisende gevonden.
De Ottomanische vloot bevond zich op diezelfde dagteekening tusschen Chypres en Rhodes, alwaar zij door de Egyptische stoomboot de Nijl ontmoet was.
De Admiraal Lalande was den 14den te Beshika-Bey op de kust van Troye, alwaar hij met vijf schepen en eene brik ten anker lag.

— Volgens de Echo de l’Orient had de Engelsche vloot nog geene communicatie met den Capitan Pacha gehad.

— Een brief uit Chyprus van den 8sten Julij meldt, dat de Gouverneur van dat eiland Osman Pacha na eene vreesselijke ziekte van vele maanden overleden was. Hij was een man van uitstekende verdiensten en om zijne deugdzaamheid was hij algemeen bij de bevolking geacht.
De Koningin van Spanje heeft tot Vikaris Generaal over de legers te water en te land benoemd Mgr. de Bisschop van Cordua en Aartsbisschop van Grenada; dit is eene nieuwe waardigheid voor dezen prelaat.

BELGIE.

BRUSSEL, den 5den Augustus

Men verzekert dat de inhuldiging der afdeeling van den ijzeren spoorweg van Gent naar Deynze den 25sten dezer zal plaats hebben.

— Achttien zeeschepen zijn gisteren de haven van Antwerpen binnengeloopen, de meeste komende uit het noorden met ladingen van granen en hout.

— Een brief uit Frankfort meldt de diefstal van al de diamanten der Prinses Frederik, schoonzuster van den Prins van Oranje.

(Commerce Belge).

(Wij hopen in de gelegenheid gesteld te zullen worden deze tijding te kunnen logenstraffen).

— Uit Pesth (Hongarye) verneemt men dat de Catholijke geestelijkheid volhardt te weigeren de wetgeving van Keizer Joseph betrekkelijk de gemengde huwelijken te volgen. Dezelve verleent geene huwelijksinzegening als onder voorwaarde dat al de kinderen in de Catholijke godsdienst zullen opgevoed worden.

NEDERLANDEN.

’S HERTOGENBOSCH, den 7den Augustus.

Bij Arrest van het Provinciaal Geregtshof van Noord-Braband van den 6den Augustus 1839 zitting houdende alhier zijn:
Peter Oudens, oud 40 jaren, Schoenmaker, en Slager, geboren te Eindhoven en
Antonie van der Biesen oud 18 jaren, zonder beroep, geboren te Stratum, beiden laatst woonachtig te Eindhoven,
Schuldig verklaard, te weten:
Eerstgenoemde, aan moedwilligen doodslag (zonder voorbedachten rade) en laatstgenoemde, aan moedwillige verwonding zonder verzwarende omstandigheden.
En gecondemneerd, eerstgemelde tot de straf van het zwaaijen met het zwaard over het hoofd en 15 jaren Confinement en laatstgemelde tot twee jaren Correctionele gevangenzetting en ƒ 100 boete.

— Bij Zijner Majesteits besluit van den 31sten Julij 1839, no. 96, is de heer mr. C. J. Scholten van Oud Haarlem, President van het Hooggeregtshof van Nederlandsch Indie, en van het Hoog-Militair Geregsthof aldaar, thans met verlof hier te lande, benoemd tot ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw.

— Sedert de laatst gedane bekendmaking (Staats-Courant van den 4den Junij 1839) zijn door de belanghebbenden geligt de navolgende door Zijne Majesteit verleende octrooijen:
een octrooi, in dato 15 Februarij 1839, voor den tijd van tien jaren verleend aan W. May te Ipsivich in Engeland, domicilium verkozen hebbende ten kantore van Vriesendorp en Gaade te ’s Gravenhage, op de invoering van eene verbeterde wijze tot het fabriceren van zeep;
een octrooi in dato 15 Februarij 1839, voor den tijd van vijftien jaren verleend aan Dk. Kagenaar te Utrecht, op de uitvinding van eene nieuwe as voor rijtuigen, door hem genaamd ronzel-as;
een octrooi, in dato 22 April 1839, voor den tijd van tien jaren verleend aan G. van Tol te Noord-Waddinxveen, in Zuid-Holland op de uitvinding van een nieuwen kaasvorm;
een octrooi, in dato 23 April 1839, voor den tijd van tien jaren verleend aan K. C. E. van der Plas te Brussel, domicilium gekozen hebbende bij Mr. H. Gregoire, Advokaat te ’s Gravenhage op de invoering en op de verbetering van eene beweegkracht-gevende pomp naar een nieuw mecanismus, bestemd tot droogmaking van meren, polders, vijvers, mijnen, enz.
een octrooi, in dato 9 Mei 1839, voor den tijd van tien jaren verleend aan A. de Sornay te Parijs, domicilium gekozen hebbende ten huize van C. C. Uhlenbeck te Amsterdam, op de invoering van eene nieuwe wijze om papier, touwwerk, weefsels en passementen uit de vezelachtige deelen van zekere planten te vervaardigen;
een octrooi, in dato 1 Junij 1839, voor den tijd van tien jaien, van af 12 Augustus 1838, verleend aan F. de la Rue, te Londen, domicilium verkozen hebbende bij mr. J. W. Gefken, advokaat te ’s Gravenhage, op de invoering van zekere verbeteringen, aangebragt aan de nieuwe wijze om loodwit te vervaardigen, waarvoor hem in dato 12 Augustus 1838 een octrooi van invoering is verleend voor den tijd van tien jaren.

— Men meldt uit ’s Gravenhage van den 5den dezer het volgende:
Met genoegen verneemt men dat heden de inschrijving in het openbaar register alhier heeft plaats gehad van het huwelijk den 18den Julij te Stutgart tusschen HH. KK. HH. den erfprins van Oranje en de Prinses Sophia van Wurtemberg voltrokken, door de vervulling van welke formaliteit alle gemoedelijke bezwaren, wegens de nalating tot dus verre daarvan vervallen mogen worden beschouwd.

— Men is thans druk bezig met het ontwapenen van de wallen van Vlissingen en onderhoorige forten.

OUDHEDEN.

De heer J. C. Teding van Berkhout heeft eenige berigten medegedeeld nopens twee koperen munten, gevonden bij het droogmaken van den Zuidpias, in April jl.; zij waren beide opgegraven op de diepte van 12 voeten oude Rijnl. maat.
De eene, waarvan reeds meer dan 200 gevonden waren, erkende de heer T. v. B. voor eene oort, of een vierde stuivers stuk, waarvan er te voren velen gemunt en in omloop waren; maar die sedert den jare 1694, toen er een geheel nieuwe stempel voor den gulden kwam en de zesthalven ook (als zoodanig) voor het eerst in zwang