Pagina:Noorsche Volksvertellingen.djvu/75

Deze pagina is gevalideerd
61
Van »FJELD EN SAETER.”


Toen de kudde voorbij was, stond ik op om te zien, waar zij heen trok, maar ik zag niets dan den herdershond en een meisje, dat juist achter 't lage sparrehout verdween. 't Meisje had een blauw kleedje aan, maar daaronder bemerkte ik duidelijk den staart eener koe. Toen begreep ik, dat het eene Hulder was.