Pagina:Opstellen over de Wereldtaal.pdf/24

Deze pagina is proefgelezen

drie professoren als hun gevoelen uit: de eerste, „dat het latijn wel de wereldtaal kon worden, en er dus geen volapük noodig was“; de tweede, „dat men daarvoor liever het engelsch moest verkiezen“; en de derde, „dat de beoefening van volapük voor de wetenschap geen vrucht kon opleveren, maar wel voor de praktijk.“ Men besloot toen de zaak maar blauw blauw te laten, en daarmede uit! Ik kan mij voorstellen hoe de praktische Amerikanen op het ontvangen van dat bericht, het noodige zullen zeggen over de slaapmutsen, de trekschuiten en de Skidam van den Dutchman!

Als voorstander van volapük moet ik iets zeggen over de uitspraken der drie laatste geleerden. Over de kernachtige uitspraak van den professor, die het niet de moeite waard rekende zich met volapük te bemoeien, is het ons, volapükisten, wederkeerig de moeite niet waard te spreken, na hetgeen ik in een vorig opstel daarover heb verteld, naar aanleiding van Stepehnson's stoommachine. Dat het latijn nooit de wereldtaal zal worden, heb ik reeds vroeger met een enkel woord aangetoond; ik voeg er nu bij: Het latijn is eenmaal reeds mooi op weg geweest om de wereldtaal te worden: in vorige eeuwen was het latijn de taal der wetenschap in de geheele beschaafde wereld. Waarom is het latijn niet de wereldtaal gebleven, waarom bemoeit niemand zich tegenwoordig meer met het latijn, behalve de letterkundigen en de taalkundigen, dat is de geleerden die het latijn nog noodig hebben voor hunne studiën? Omdat het latijn is een doode taal; omdat het latijn zich niet mede heeft ontwikkeld, geen gelijken tred heeft gehouden met de menschheid; omdat de menschelijke maatschappij het latijn zeer ver heeft achter zich gelaten. Wie zou het tegenwoordig in zijn hoofd krijgen in 't latijn te schrijven of te spreken over