Pagina:Opstellen over de Wereldtaal.pdf/26

Deze pagina is proefgelezen

kunnen zij niet uitdrukken in die vreemde taal: zij spreken een taal die zij niet kunnen begrijpen, een taal, waarin de woordvorming en de woordvoeging zoo geheel anders zijn als in hun moedertaal. Neem tot een voorbeeld China. Het engelsch, dat in de havenplaatsen van dat groote land wordt gesproken, bestaat uit ongeveer 500 woorden, waarvan een groot gedeelte chineesch of verengelscht chineesch zijn, en wordt daar pitsjen-english genoemd (pitsjen is namelijk het engelsche woord business, uitgesproken op zijn chineesch). De Chinees vindt dat woord pitsjen zoo mooi, dat hij het bij alle mogleijke gelegenheden gebruikt. Als hij wil zeggen: gij liegt, dan zegt hij: joe meki lai pitsjen - gij doet leugenbezigheid. Hij spreekt ook van liefdesbezigheid, love pitsjen, en van godaanbiddingsbezigheid, tsjin tsjin joss pitsjen. Een Chinees, die in het huis van een Engelschman komt, vraagt den knecht: mister N. N. hab got? - is de heer N.N. tehuis? Het antwoord zal zijn: Hab got topside, of inside, of downside - Mijnheer is boven, of binnen, of beneden. Iemand die, na een lang verblijf in Europa, te Kanton terugkwam, werd door zijn chineesche vrienden verwelkomd, sprekende in de sierlijkste pitsjentaal. Na de gewone complimenten vroeg een der vrienden: catchee littie chilo? - hebt gij een klein kind gekregen? Antwoord: no catchee - niet gekregen. Vraag: wahtfore no catchee he? - waarom niet gekregen? Antwoord: this belong joss pitsjen, he no pay me - dat is Gods bezigheid, Hij heeft mij geen betaald (dat is, geen gegeven). Een van de chineesche bezoekers vroeg toen aan een ander: catchee how muchee chilo? - Hoeveel kinderen hebt gij? - Fouli - Vier. - How muchee boys? - Hoeveel jongens? - Allo bull chillo, kow chilo no meki count of - Allemaal bulkinderen (jongens) koekinderen (meisjes) reken ik niet mee.