Pagina:Opstellen over de Wereldtaal.pdf/27

Deze pagina is proefgelezen

Een mooie wereldtaal, dat pitsjen-engelsch! Als het engelsch ooit een wereldtaal had kunnen worden, zou het tegenwoordig in China wel anders gesproken worden; de Chineezen, die in vier- of vijfhonderd jaar geen engelsch hebben geleerd, hebben in vier of vijf jaar volapük geleerd!

Dit alles bedenkende, kunnen de volapükisten, dunkt mij, vrij gerust zijn, dat de bovengemelde professorale uitspraken geen kwaad zullen doen aan de zaak van volapük; het latijn zal nooit weer de wereldtaal worden, en het engelsch zal nooit wereldtaal kunnen worden.

Nu nog een enkel woord over de uitspraak van den geleerde en professor, die beweerde dat volapük geen vrucht zou opleveren voor de wetenschap, maar dat wel kon doen voor de praktijk of het verkeer. Vergeten wij niet, dat voor dezen geleerde de wetenschap is de taalwetenschap en geen andere, dan zeker moeten wij toestemmen, dat zijn uitspraak over volapük juist is - trouwens, van dien professor was ook geen ander oordeel te wachten. Voor de taalwetenschap is volapük niets en kan ook niets zijn, want volapük is niets anders als de vrucht van de taalwetenschap van een man, die vele talen kent en die de vruchten van zijn studiën heeft bijeen verzameld en gerangschikt. Dat volapük een aoristus heeft, is een vrucht van het grieksch; dat het geen lidwoorden kent, is een vrucht van het latijn; dat het de persoonlijke voornaamwoorden hecht aan het werkwoord, is een vrucht van het kroatisch-serbisch; dat het door voor- en achtervoegsels de beteekenis der woorden verandert, is een vrucht van het spaansch; dat het logisch zijn volzinnen bouwt, is een vrucht van het fransch, enz. De man der taalwetenschap behoeft dat alles niet door volapük te leeren;