Pagina:Opstellen over de Wereldtaal.pdf/48

Deze pagina is proefgelezen

Even gemakkelijk maakt men den lijdenden vorm, het passivum, der werkwoorden. Deze onderscheidt zich van den bedrijvenden vorm, het activum, slechts hierdoor, dat men een p plaatst vóor de klinkers, die de tijden aangeven, a, ä, e, i, o, u. Tot voorbeeld hier het woord selön, verkoopen, van sel, verkoop en ön.

PAselob, ik word verkocht,
selob, ik werd verkocht,
PEselob, ik ben verkocht geworden,
PIselob, ik was verkocht geworden,
POselob, ik zal verkocht worden,
PUselob, ik zal verkocht geworden zijn.

Ziedaar de heele conjugatie van alle werkwoorden in bedrijvenden en in lijdenden vorm, en deze leert men in 10 minuten! En als dit zoo is, zou men dan niet willen gelooven, dat men, door zich eenige uren, 8 of 10, te oefenen in volapük, volkomen in staat is volapük te schrijven en te lezen? Zeker! Doch men zal zeggen: het woorden leeren moet toch ook gebeuren; hoe veel tijd is er wel nodig om de 20,000 woorden van Schleyer's Wörterbuch van buiten te leeren! Natuurlijk, wie slechts gedurende 8 of 10 uren zijn volapük-grammaire heeft bestudeerd, moet vlijtig gebruik maken van de dictionnaire, als hij een opstel in volapük wil schrijven; doch indien hij eenmaal een woord heeft opgezocht en het van buiten kent, kent hij meteen ook ehet groote getal van woorden, waarin dat grondwoord een rol speelt. In een vorig opstel heb ik reeds aangetoond, welk een uitgestrekt gebruik er gemaakt wordt van het woord pük, namelijk door het met andere woorden te verbinden, maar vooral door de vast bepaalde voor- en achtervoegsels, die aan dat woord zoo veel verschillende beteekenissen geven. Over die schrander bedachte voor- en achter-