Pagina:Opstellen over de Wereldtaal.pdf/51

Deze pagina is proefgelezen

hedendaagsch idioom aanbiedt. Doch er is meer. Iedereen heeft een zeer groote neiging om te gelooven, dat zijn taal de schoonste van allen is. Dit is te begrijpen, wat het algemeen betreft. Maar er zijn ook geleerden, die éen of meer vreemde talen verstaan, die vervuld zijn van het vooroordeel, dat hun taal voortreffelijker is dan alle anderen. Zouden zij, als 't niet anders kon, er in toestemmen, dat een der hedendaagsche talen door het lot werd aangewezen om de internationale taal te worden? Wel, zij zouden zelfs de onpartijdigheid van zulk een loterij betwijfelen.

Slechts ten deele zou men de nationale ijverzucht ontwijken, door een doode taal als internationale aan te nemen, zooals ook al is voorgeslagen. Maar dan: waarom zijn de doode talen dood? Uit gebrek aan levenskracht of door uitwendige oorzaken? Behalve de haar eigen moeielijkheden, grooter misschien dan die van vele hedendaagsche talen, zouden zij zich in 't geheel niet of zeer gebrekkig leenen - daar zij, om zoo te zeggen, gefossiliseerd zijn - tot de wijzigingen, die noodig zijn om hen te buigen naar de behoeften van den stoffelijken en geestelijken vooruitgang, die zoo oneiding ver het punt overschrijdt, waar men die talen heeft laten staan.

De eenige practische oplossing dus is: het vormen van een kunstmatige taal, een strikte, strenge navolging van de hedendaagsche talen, die, ondanks hare grove fouten, welke men moet vermijden, toch bij slot van rekening het resultaat van de behoefte en de ondervinding zijn.

Nu, heeft de uitvinder van volapük waarlijk de nationale jaloeziën ontzien? Uit het noorden afkomstig zijnde, heeft hij een sterk sprekende voorkeur voor de noordsche talen, waaruit hij groote grepen doet. Vol-