Pagina:Opstellen over de Wereldtaal.pdf/53

Deze pagina is proefgelezen

romeinschen tijd, wat het later geweest is voor de geleerden van alle landen, en wat het nog is voor de katholieke geestelijkheid bij zeer vele volken ;een kunstmatige taal, die worde wat het fransch is voor de diplomatie en meer nog; een kunstmatige taal, die worde wat elke nationale taal is voor haar idiomen, haar dialecten en haar patois, die allen medegewerkt hebben om haar te vormen.

De behoefte aan zulk een internationale taal wordt tegenwoordig meer dan ooit gevoeld. De uitvinder van volapük heeft bewezen, dat zij mogelijk en te maken is. De vraag is nu: hoe zal zij zoo goed mogelijk gemaakt worden?

Overigens, of er een internationale taal gemaakt worde of niet, zij zal er toch komen. De zoogenoemde nationale talen zijn niets anders als echte, interprovinciale talen voor de provinciën van een zelfde natie. Een van de provinciale dialecten heeft zich verheven tot de eer van een nationale taal, door de activiteit, vooral de intellectueele, van de bewoners dier provincie, en zij handhaaft zich als zoodanig, omdat de andere dialecten haar blijven voeden. Zóó zal het vroeg of laat ook eens gaan met de nationale talen. Zal een van allen de baas worden? Zullen zij ineensmelten? Ik weet er niets van. Maar dit weet ik wel, dat elke taal zich reeds heeft toegeëigend en zich voortdurend toeëigent: min of meer gelukkige uitdrukkingen en wendingen van andere talen, tot wanhoop en ergenis der puristen, die evenwel deze langzame ineensmelting der idiomen niet kunnen verhinderen, zooals bewezen wordt door de vele in alle tallen bestaande Woordentolken of Dictionnaires voor vreemde of verkeerde woorden en uitdrukkingen: en wanhoop en ergernis, die wel te verontschuldigen zijn, daar de puristen zeer goed inzien,