4
kiesrecht, Damesleesmuseum te 's-GravenHage, Nat. Bureau v. Vrouwenarbeid, Het Jonge Vrouwengilde, de Ned. Vrouwenbond ter Verhooging van het Zedelijk Bewustzijn, de Vereeniging Tesselschade hunne contributie gebracht van ƒ 25 op ƒ 35; de Vrouwenbond te Groningen van ƒ 10.20 op ƒ 20, de Ned. Bond ter bestrijding van Vivisectie van ƒ 4.16 op ƒ 10, de Vrije Vrouwenvereniging van ƒ 1.25 op ƒ 5, de Ver. ter Verb. v.d. Maatsch. en Rechtstoestand der Vr. van ƒ 3 op ƒ 10, de Ver. Opstanding en Leven van ƒ 3 op ƒ 5.
Drie aanwezige persoonlijke voorstandsters hebben verhooging van contributie toe gezegd; acht nieuwe werden gewonnen.
Eene circulaire met verzoek om meerderen geldelijken steun is aan alle persoonlijke voorstanders verzonden.
D. De Londensche Samenkomst.
Volgens nader ingekomen bericht zal de op uitnoodiging van den Britschen Vrouwenraad van 18—20 Juni te Londen te houden samenkomst enkel zijn eene samenkomst van Presidenten van Nationale Vrouwenraden in geallieerde en neutrale landen en van Conveners van de Standing Committees. Als zoodanig zullen daarheen vertrekken Mr. E.C. van Dorp, Convener van het Comité voor den wettelijken toestand der Vrouw en Mejuffrouw Johanna W.A. Naber, Presidente van den Nationalen Vrouwenraad van Nederland, te wier behoeve ook eene uitnoodiging werd gezonden aan de secretares, Jonkvr. Mr. B. Elias.
E. De Verslagen .
Dank aan verschillende ingekomen giften, waaronder eene zeer aanzienlijke a ƒ 100 van de S.B. Criellaert-Stichting, zullen de verslagen van het vorige jaar kunnen worden opgenomen in een Aanhangsel bij het jaarverslag, dat in bewerking is.
ONDERWIJSRAAD.
Verzonden werd onderstaand schrijven.
- Aan Zijne Excellentie den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.
Het Dagelijksch Bestuur van den Nationalen Vrouwenraad van Nederland, kennis genomen hebbende van de samenstelling van den Onderwijsraad, heeft met groot leed wezen bemerkt, dat onder de namen van de personen, die in dit College benoemd zijn, de namen van slechts twee vrouwen voorkomen.
Waar Uwe Excellentie in de particuliere audientie, door Uwe Excellentie in December 11. aan de afgevaardigden van den Nationalen Vrouwenraad zoo welwillend verleend in zake het verzoek van den Nationalen Vrouwenraad van Nederland om in de wet de benoembaarheid van vrouwen voor den Onderwijsraad nadrukkelijk vast te leggen, onmiddellijk kon mededeelen, dat de tekst in het door Uwe Excellentie nieuw ingediende ontwerp, met het oog op de benoembaarheid van vrouwen duidelijker gesteld was en de afgevaardigden van den Nationalen Vrouwenraad uit Uwe woorden tevens meenden te mogen opmaken, dat de vertegenwoordiging der vrouwen in den Onderwijsraad in Uwe Excellentie een voorstander mocht vinden, valt niet te verhelen, dat de kennisneming van het benoemingsbesluit den Nationalen Vrouwenraad een diepe teleurstelling heeft gebracht.
Het Dagelijksch Bestuur meent, namens den Nationalen Vrouwenraad een krachtig protest te moeten uitbrengen tegen de, uit deze samenstelling van den Onderwijsraad blijkende, geringe erkenning van de beteekenis der vrouw op onderwijsgebied. Niet alleen blijken bij het Lager-, Middelbaar- en Hooger Onderwijs de belangen, zoowel van de vrouwelijke leerkrachten als van het aanzienlijk aantal vrouwelijke leerlingen totaal te zijn over het hoofd gezien; ook voor de specifieke meisjesscholen is geen bijzondere vertegenwoordigster aangewezen. En dit in een tijd, dat het vraagstuk der co-educatie iedereen bezig houdt en dat door de hervormingen van de Hoogere Burgerscholen voor Meisjes en de oprichting van Lycea voor Meisjes, het onderwijs voor Meisjes, zich in een nieuwe richting ontwikkelt.
Naast deze Meisjesscholen valt bovendien een toename van het aantal vrouwelijke leerlingen van de gemengde scholen, in het bijzonder van de Gymnasia, op te merken; terwijl het aantal vrouwelijke ingeschreven aan de Universiteiten gestadig toeneemt, waar door ook bij het Hooger Onderwijs nieuwe toestanden en vraagstukken ontstaan, bij