46
Orde PELECANIFORMES—PELIKAANACHTIGEN.
De orde der Pelecaniformes, ook genoemd die der Steganopodes of Roeipootigen, bezit als voornaamste kenmerk vierteenige pooten, waarvan alle teenen door zwemvliezen met elkaar verbonden zijn; de achterteen is tamelijk lang en naar binnen gericht. De pooten zijn tamelijk zwak, het loopbeen kort; loopen doen de pelikaanachtigen moeilijk en slecht, zwemmen of duiken echter uitstekend. Tot de Pelecaniformes behooren vijf families, nl. de Pelecanidae of pelikanen, de Phalacrocoracidae of schollevaars, de Sulidae of rotspelikanen, de Fregatidae of fregatvogels en de Phaetontidae of keerkringvogels. Van deze zijn voor ons alleen van belang de Phalacrocoracidae en de Sulidae, daar slechts van deze families vertegenwoordigers in ons land zijn waargenomen. In uiterlijk en levenswijze verschillen de vertegenwoordigers der vijf genoemde families zeer. Uitstekende vliegers en uitsluitend de zee bewonend zijn de Fregatidae, de Phaetontidae, alsmede de Sulidae; zoowel aan de zeekust als aan binnenwateren voorkomende, minder goede vliegers, maar daarentegen uitstekende duikers of zwemmers zijn de Phalacrocoracidae en de Pelecanidae. Alle Pelikaanachtigen komen blind en naakt uit het ei, zijn spoedig met een dicht dons bedekt en blijven geruimen tijd in het nest, alwaar zij door de ouden gevoed worden. De eieren der Phalacrocoracidae, der Sulidae en der Pelecanidae zijn bleek groen of wit en met een witte kalklaag bedekt, die der Fregatidae zijn wit, doch zonder kalklaag, terwijl de eieren der Phaetontidae op donkerbruinen grond meer of minder dicht met witte en bruinzwarte vlekken bedekt zijn.