Pagina:Ornithologia Neerlandica 1.djvu/129

Deze pagina is proefgelezen
63
 

Genus Ardea Linnaeus.

 

Linnaeus, Syst. Nat. ed. X, 1758, p. 141.

 

Snavel krachtig en recht, tamelijk lang en puntig, zijdelings eenigszins saamgedrukt, korter dan het loopbeen; randen van onder- en bovensnavel naar de punt toe gezaagd. Pooten lang en dun, met lange teenen en groote, scherpe nagels. Onbevederd gedeelte van het scheenbeen langer dan de middenteen. Vleugels groot en breed. Staart kort en recht afgesneden, uit 12 pennen bestaande. Siervederen van rug en benedenhals smal lancetvormig. Soorten van dit geslacht worden in alle werelddeelen gevonden, in Europa twee, die ook in ons land voorkomen.

 

Tabel ter bepaling der soorten.

1. middenteen met nagel korter dan het loopbeen, geen roodbruin aan
den hals
A.cinerea.
2. middenteen met nagel langer dan het loopbeen, hals gedeeltelijk rood-
bruin
A. purpurea.