Pagina:Ornithologia Neerlandica 1.djvu/168

Deze pagina is proefgelezen

86

 

Genus Botaurus Brisson.

 

Brisson, Orn. V, 1760, p. 444.

 

De vertegenwoordigers van het genus Botaurus, de roerdompen, zijn vrij groote vormen met opvallend zacht gevederte. Snavel tamelijk kort, korter dan het loopbeen, randen gezaagd. Pooten tamelijk kort, loopbeen korter dan middenteen met nagelscheenbeen tot bijna bij het hielgewricht bevederd. Nagels lang, vooral die van den achterteen. Vleugels tamelijk lang en afgerond; staart kort en afgerond, uit 10 pennen bestaande. Geen lange siervederen. Soorten van dit geslacht, vier in getal, komen voor in alle werelddeelen; in ons land komt ééne soort geregeld broedend voor. In Engeland is herhaaldelijk waargenomen de Noordamerikaansche soort, Botaurus lentiginosus (Montagu), die zich van onze soort onderscheidt door een bruinen bovenkop, fijnere teekening op de bovenzijde, effen bruinzwarte slagpennen met bruinroode uiteinden en geringere grootte.