Pagina:Ornithologia Neerlandica 1.djvu/192

Deze pagina is proefgelezen

102

 

Genus Platalea Linnaeus.

 

Linnaeus, Syst. Nat. ed. X, 1758, p. 139.

 

Snavel recht en afgeplat, aan het einde verbreed en zeer plat; bovensnavel aan de basis met dwarse groeven. Pooten lang, loopbeen bekleed met zeshoekige schildjes. Gevederte wit; lange vederen aan het achterhoofd. Staart kort, recht afgesneden uit 12 pennen bestaande. Gezicht, voorhoofd en keel kaal. De soorten van het genus Platalea komen in Europa, Afrika, Azië en Australië voor; in Europa komt één soort voor, die ook in ons land wordt waargenomen.