Deze pagina is proefgelezen
113
Genus Cygnus Bechstein.
Bechstein, Orn. Taschenb. II, 1803, p. 404, noot.
Snavel over zijn geheele lengte even breed, aan de basis hooger dan breed. Teugels naakt. Vederkleed geheel wit of hoofdzakelijk wit. Kleine slagpennen en schoudervederen niet gegolfd. De soorten van het genus Cygnus bewonen hoofdzakelijk de koude en gematigde streken van het noordelijk halfrond. In Europa komen 3 soorten voor, die alle in Nederland worden waargenomen.
Tabel ter bepaling der soorten.
1. | naakte huid voor het oog zwart | C. olor. |
naakte huid voor het oog geel of vleeschkleurig wit | 2 | |
2. | vleugellengte 560 mm. of daarboven | C. cygnus. |
vleugellengte 550 mm. of daarbeneden | C. bewickii. |
15