Pagina:Ornithologia Neerlandica 1.djvu/304

Deze pagina is proefgelezen

168

 
Orde ANSERIFORMES.
Familie ANATIDAE.
 

N°. 50.

Anas formosa Georgi.

DE JAPANSCHE TALING.

Plaat 59: oud ♂, oud ♀ en jong ♀.

 

Anas formosa Georgi, Reise Russ. Reichs, 1775, p. 168. Schlegel, Vog. van Ned. 1854–'58, p. 530. Snouckaert van Schauburg, Jaarb. no. 5 Club nederl. vogelk. 1915, p. 103.

Anas glocitans, Temminck, Man. d'Orn. 2e éd. IV, 1840, p. 533.

Nettion formosa. Van Oort, Ardea, II, 1913, p. 76.


Nederlandsche volksnamen: Baikaltaling.

Engelsch: Baikalteal.

Duitsch: Prachtente.

Fransch: Sarcelle formose.

 

Beschrijving. Oud ♂. Voorhoofd, bovenkop, kin, keel, achterhals en streep van het oog naar de keel zwart, begrensd door een smalle, witte lijn; zijden van het achterhoofd en achterdeel van de halszijden glanzend groen, begrensd door een smalle, witte lijn, die aan den beneden-achterhals breeder wordt; overige deelen van kop en hals licht bruinachtig geel; borst licht roodachtig bruin, donkerder aan de zijden, met kleine, ronde, zwarte vlekken; buik en anaalstreek wit; zijden van het lichaam blauwgrijs, zeer fijn zwart geband; met een breede halvemaanvormige witte streep achter de borstzijden en een dergelijke bij den staartwortel; bovenrug en buitenste schoudervederen blauwgrijs, zeer fijn zwart geband; binnenste schoudervederen donkerbruin met geelbruine randen, de langste sikkelvormig gebogene fluweelzwart met geelwitten binnenrand en geelbruinen buitenrand; benedenrug en stuit donker grijsbruin; bovenvleugeldekvederen grijsbruin, de groote met geelbruine uiteinden; vleugelspiegel glanzend groen, aan de buitenzijde fluweelzwart, van onderen begrensd door een witten band; slagpennen grijsbruin; kleine ondervleugeldekvederen grijsbruin, de groote grijs met witte randen; okselvederen wit, grijs gemarmerd; staartpennen grijsbruin; bovenstaartdekvederen grijsbruin met bruingeel of geelbruin gerand; langste onderstaartdekvederen wit, grijs gemarmerd en met geelbruine randen, de overige zwart met geelbruinen buitenrand. Iris bruin; snavel donker bruinzwart; pooten bruinachtig grijs, vliezen donkerder. Vleugel 207–225, staart 84–96, snavel 33–36, loopbeen 30–34 mm.