Pagina:Pallieter.pdf/21

Deze pagina is gevalideerd

koekebakjes die naar eieren en kaneel roken, en zij smeerden er nog boter, siroop en suiker over. En om 'nen anderen mond te hebben, aten ze 'n schotel schone eerdbeziën leeg, zoodat het roode sap van hun kin druppelde.

Het zweet stond op hun voorhoofd en Pallieter zei:

- ‘O God! 't plizier is werral gedaan, geft er ons nog!...’