Pagina:Pallieter.pdf/39

Deze pagina is proefgelezen

Het vogelenbezoek.

NA het eten deed Pallieter klimsporen rond de beenen, nam een leerken op zijn schouder en trok de velden in om eens te zien hoe het met de eieren en de jonge vogelen stond. Hij deed bijna boom vòòr boom, zette het leerken tegen de strunken om in de holten te zien, of klom met een kattenrapte in de toppen van de boomen.

Hij zag alzoo de roze, groen- en zwartbespikkelde eikes in de donkere nesten glimmen, hij telde ze, en had er deugd van, ze eens met lichten vinger te kunnen bestreelen.

Maar het langst kon hij blijven stilstaan voor een nest met platte jongen, die met hun gulzige bekken wijd open lagen te schreeuwen naar eten.

De velden lagen in den vrede van den noen. Er waren weinig boeren op het land. 't Was alleen de zon, in den fijnbewolkten hemel, die het groote werk deed. Ze warmde door en door de vette groenigheden.