Maar God, de rechtmatige beschermer van de onschuldige jonge man, wilde hem bevrijden van het onrechtvaardige vonnis van de Koning. En om de ellendige en bedroefde vader te troosten, werd de volgende manier gevonden om hem te laten ontsnappen.
De leermeester van Feristeno had een zoon, genaamd Giassemen, die vele talenten bezat, waaronder de vaardigheid om tunnels te graven met een van zijn staven, zodat hij in zeer korte tijd drie of vier mijl lange doorgangen kon maken. En op deze manier kon hij door elke grote muur heen breken en deze op zo'n manier herstellen dat niemand, hoe opmerkzaam ook, het ooit zou hebben opgemerkt. Deze jongeman was onlangs teruggekeerd van een lange reis op de dag dat Feristeno door tegenslag was getroffen. En toen hij hoorde van de wrede en onrechtvaardige straf die de Koning hem had gegeven, en vanwege zijn tedere genegenheid voor Feristeno, besloot hij hem met zijn vaardigheid te bevrijden. En hij ging naar de woning van zijn vader en troostte hem door hem over zijn plan te vertellen.
Toen de avond viel, ging Giassemen naar de plaats waar Feristeno gevangen zat, met de staaf in zijn hand. Hij maakte een ondergrondse doorgang naar de gevangenis waar hij, nadat hij door de muur was gebroken, de ellendige jongeman in heilig gebed aantrof. Hij riep hem en nam hem bij de hand en na een lange overreding smeekte hij hem om opgewekt te zijn en beloofde hem dat hij op zijn gemak van Giulla zou kunnen genieten. Op deze manier haalde hij hem uit de gevangenis nadat hij de muur in zijn oude staat had hersteld en leidde hem naar de oude en bedroefde vader.