Zodra de broers in India aankwamen, en een dag voordat ze, samen met de baronnen van de Heer die in hun gezelschap waren, de koninklijke stad binnengingen lieten ze de Koningin weten dat, gebaseerd op de eerdere overeenkomst tussen haar en Beramo, hij een paar mannen had gestuurd, die hoopten een remedie te vinden tegen de Hand, die zoveel ondergang in dat koninkrijk had veroorzaakt. Als ze zouden doen wat vereist was, zou de Spiegel aan hun Heer worden teruggegeven. Ze waren in de naburige stad en de Koningin kon bevelen wat ze wilde.
Dit nieuws verheugde de Koningin zeer en bracht haar in een feestelijke stemming. Ze stuurde een groot gezelschap van haar belangrijkste baronnen om de jonge mannen meer dan tien mijl buiten de stand te ontmoeten.
De broers arriveerden voor de Koningin, en ze werden vreugdevol door haar ontvangen. Ze werden naar een zeer sierlijk paleis gebracht, waar een koninklijk banket was voorbereid. Hun rijkleding werd verwijderd en ze zaten neer aan tafel bij de baronnen van de Koningin.
Wijs redenerend, bespraken ze verschillende onderwerpen. Maar aangezien het al laat was en ze erg moe waren van de lange reis, vroegen ze toestemming van de koninklijke ministers om te gaan rusten.
De volgende ochtend stonden ze vroeg op en kregen in haar naam bezoek van de raadgevers van de Koningin. Ze kregen de beste wijnen en een aantal van de lekkerste gerechten voorgeschoteld, en nadat er werd veel tijd aan besteed om hen op de hoogte te stellen van de schade die de Hand in dat land had aangericht, antwoordden ze als volgt: