— 54 —
Pijptorkruid.—Oenanthe fistulosa.
Men weet, dat de bloemen van al de Umbelliferen, die in samengestelde umbella's gezeten zijn, veel op elkaar gelijken. Allen hebben een kleinen 5-tandigen kelk, een 5-bladige bloemkroon, 5 meeldraden en een onderstandig vruchtbeginsel met 2 stijlen, dat zulk een eigenaardig 2-deelig splitvruchtje vormt.
Die vruchtjes leveren, zooals wij later nog wel bij andere, vooral bij de vergiftige leden van deze familie zullen zien, de voornaamste kenmerken ter onderscheiding, en deze is bij de talrijke soorten van schermdragers vaak lang niet gemakkelijk. Doch ook andere kenmerken kunnen helpen en wel hier bij onze Waterbies, dat de schermen omwindseltjes (aan den voet van de kleine schermpjes) maar geen omwindsels (aan den voet van de schermen) bezitten, en dat de buitenste bloempjes van een schermpje veel grootere bloembladen hebben dan de andere, wat natuurlijk de insecten zeer aanlokt. In de afbeelding zijn de bloempjes al verdord en ziet men alleen de zich tot vruchtjes ontwikkelende stampertjes, ieder met zijn twee draadvormige stijlen.
Het meest in 't oog valt echter bij deze waterplant, die veel in en bij onze slooten voorkomt, dat hij zoo "licht en dicht" gebouwd is. De stengel is zoo hol als een opgerold stuk papier en bij de knoopen iets ingesnoerd, zoodat hij tusschen de knoopen wat gezwollen is. De takken en bloemstelen zijn ook hol en met lucht gevuld en de bladstelen, die van onderen in bladscheeden overgaan, eveneens, zoodat de geheele plant wel van dunne lichte kokertjes in elkaar schijnt gezet te zijn.
Wie bij de bladeren groene vlakte-uitbreiding verwacht, komt teleurgesteld uit, want de blaadjes der gevinde bladeren zijn zeer smal en dun, die in het water groeien haarvormig, en die de lucht bereiken maar weinig breeder en dikker. Hadden de stengel, en de stelen van bladeren en bloemen, die bovendien door hun lichtheid de plant in het water zoo goed opgericht houden, hier niet door hun groot groen oppervlak de functie der bladschijven voor een belangrijk deel overgenomen, dan zou zeker onze Oenanthe niet genoeg koolzuur uit lucht en water kunnen machtig worden om in 't leven te blijven. Nu redt zij zich uitstekend.