Gamander eereprijs—Veronica chamaedrys.
Het kan in Mei en Juni soms zijn, alsof de helderblauwe hemel zich spiegelt in een bloeiende weide, als ge er die groote blauwe plekken ziet, waar Veronica bloeit. Ook langs onze wegen is het blauwe sterretje algemeen en dit is nu een bloempje, dat de aandacht vraagt van iedereen, ook van den voor bloemen overigens onverschilligen wandelaar. Door zijn kleur dringt het zich onder uwe attentie en het houdt die zeker geboeid, wanneer ge u de moeite geeft, het plantje goed te bekijken.
De vier donkerblauwe blaadjes van het bloempje, eigenlijk kroonslippen, daar we met een eenbladige bloemkroon te doen hebben, zijn niet alle even groot, één ervan is smaller en kleiner en ook iets minder duidelijk met keurige donkere lijntjes geteekend dan de drie andere. Uit het witte hartje, door den rand der ondiepe buis gevormd, rijst een stampertje omhoog, aan twee zijden door een meeldraad geflankeerd. Er komen wel twintig soorten van Veronica's bij ons voor, sommige met vijf in plaats van vier kelk- en kroonslippen, maar alle zoo eigenaardig door hun tweetal meeldraden, een treffend voorbeeld van erfelijke mislukking der drie andere meeldraden. Diandrisch noemde Linnaeus ze dus en niet veel bloemen kon hij zoo betitelen; de sering is er echter ook een bekend voorbeeld van. Bezoekt een vlieg het bloempje, dan drukt zij de beide meeldraden tegen haar borst en moet over bet vruchtbeginsel heen het honigkliertje bereiken, alles ten nutte eener doelmatige bestuiving.
Veronica chamaedrys is sterk behaard; de bladen, waarboven de ijle bloemtros opsteekt, zijn kortgesteeld, bijna zittend en hebben een gekartelden rand. Als het teere bloempje, dat zich bij regen en donker weer sluit en alleen bij zonneschijn helder uit zijn blauwe oogjes kijkt, is afgevallen, blijft de kelk nog trouw het platte hartvormige doosvruchtje omgeven, waaruit de stijl en stempel nog een heelen tijd krachtig omhoog wijzen, zoodat met de steunblaadjes bij elk bloempje, een uitgebloeide tros nog een aardig gevuld aanzien heeft. Als in zijn kort leven insectenbezoek is uitgebleven of als er weinig zon is geweest, zoodat het bloempje bijna steeds gesloten bleef, dan heeft geregeld zelfbestuiving plaats in het gesloten kroontje.