Pagina:Provinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant vol 1926 no 013 Bibliotheken.djvu/1

Deze pagina is proefgelezen

Bibliotheken.

Ten allen tijde hebben de menschen behoefte gevoeld om boeken te verzamelen. In de oudheid klemde de noodzakelijkheid om bibliotheken te vestigen nog sterker dan in latere tijden. Immers een boek of liever een boekrol was een zeer duur iets, waar het boek letter voor letter met de hand moest worden geschre­ven. De behoefte aan het boek is even oud als de be­hoefte om te denken, de gedachten vast te houden, te ordenen, te verzamelen en om de vruchten van het denken aan anderen mede te deelen. Vandaar, dat we al heel spoedig van bibliotheken hooren (’t woord is uit het Grieksch tot ons gekomen en kan men ’t best vertalen door ’t Nederlandsche Boekverzamelingen). In die bibliotheken dan kon men kennis nemen van datgene, wat anderen gedacht en geschreven hadden. Juist, zooals dat in den tegenwoordigen tijd nog ge­schiedt. Niet zelden waren de bibliotheken meteen de staatsarchieven, waar acten, besluiten, verslagen enz. werden bewaard.
Maar reeds voordat men de kunst om te schrijven op perkament of papier verstond of toepaste, legde men reeds verzamelingen aan van kleitafeltjes, waarin de letters of teekens ingegrifd werden, alvorens die ta­feltjes hard gebakken werden. Van zulk een archief of bibliotheek gewaagt het verslag der archaeologische expeditie uit Tsjecho-Slovakije, die onder leiding van zekeren professor Hrozny buitengewoon veel suc­ces heeft gehad met haar opgravingen bij het uit den Bijbel welbekende Caesarea. Ze vond daar de ruïnen en brokstukken van een burcht en een tempel van het oude volk der Hethieten uit de veertiende eeuw vóór