geweld ontnomen heeft, en dus niet omdat zij beter, maar omdat zij heiliger waren, ſchoon zij thands ontheiligd zijn, omdat de ketters 'er zoo lang hunnen Godsdienst in verricht hebben, doch als wij 'er alle onze meubilen in hebben, en Heeröm dan de Kerk op nieuw inwijd, dan keert ook de oude heiligheid weder. – Men heeft ook, omdat niets de Kerken ontheiligen zoude, de lijken der Geuzen opgegraaven, en ze beestächtig, gelijk gij wel in de nieuwspapieren zult gezien hebben, mishandeld. – En zulk eene bittere domheid (deeze heerscht nog over het algemeen bij de meeste Inwooners in deeze ſtreeken) is alleen toe te ſchrijven aan veelen onzer Priesters, die het volk zóó dom, zóó verbitterd, zóó bijgeloovig houden." – Sommigen der aanweezenden wierden boos, want de waarheid mag niet gezegd worden, en Boileau heeft wel gelijk, als hij ergens zegt:
Chacun dans ce miroir penſe voir ſon image.
Anderen verzachteden deeze gezegdens, en wilden dezelve wat verglimpen, want het is immers hard de waarheid van eene zaak, waaräan men zelfs ſchuldig is, en waaröver men zich met reden moet ſchaamen, gelijk hier het geval was, te moeten hooren? Ja! het is zoo als Boileau in de zoo even aangehaalde versſen zegt: