Pagina:Reize door de majorij van 's Hertogenbosch.djvu/82

Deze pagina is proefgelezen
(70)

zelfde gebruiken plaats als te Eindhoven. – Veele Helmonders gaan alle avonden naar het Stadhuis, om hun kannetjen (hier noemt men het: om een pintjen gaan) bier te drinken. De geſprekken, die ik dan hoorde (ik heb ook eenige reizen om een pintjen geweest) waren ellendig verveelend, zelfs de taal en uitſpraak der Helmonders is iets, dat allerönaangenaamst voor het oor van een Hollander is. Veelen zitten dan ook met kaarten te ſpeelen, (een allerëllendigst tijdverdrijf voor een denkend weezen) onder het drinken van hun bier. – Zoo dikwerf 'er iemand inkomt word zijne gezondheid gedronken bij het eerſte glaasjen, dat iemand der tegenwoordig zijnde drinkt. – Men verhaalt, dat Keizer Karel V. eens op dit Stadhuis een kannetjen bier eischte, de waard gaf het hem over, doch hield het handvatſel zelfs vast, daaröp belaste de Keizer, dat hij eene kan met twee ooren zou brengen, dit geſchiede, doch de ſtomme hemel van een waard hieldze vast met zijne beide handen, zoodat de Keizer ze niet konde aanvatten, daaröp gaf hij een bevel, van hier altijd kannen met drie ooren te hebben, of dat anders ieder een de vrijheid zou hebben, om dezelve in ſtukken te ſmijten. – – Dit Steedjen beſtaat grootendeels uit zijne Weeverijën; en de goederen, die hier geweeven worden, worden hier bontjens genoemd, omdat zij uit gekoleurde gaarens worden ſamengeſteld, zij dienen tot Halsdoeken, Schortelkleeden, Matroozen-hemden, enz. – Nergens in de Majorij

treft