Pagina:Ricardo en Marx (Verrijn Stuart 1890).djvu/102

Deze pagina is niet proefgelezen

86

van streng rigoristisch standpunt voorwerpen van weelde zouden moeten heeten, en wellicht in veel vroeger tijden ook daaronder hadden moeten gerangschikt worden.

Dit is zeker, dat elke uitbreiding der productie de strek- king heeft om, uit een maatschappelijk oogpunt bezien, het terrein der weelde in te krimpen.

Ik hoop er in geslaagd te zijn door het bovenstaande, dat niets is als een toepassing der waardetheorie, duidelijk te maken waarin het economisch nadeel bestaat door de weelde- verteringen veroorzaakt. Zien wij thans in hoeverre dit nadeel in den staat der collectivisten gekeerd zou kunnen worden.

Na hetgeen boven gezegd werd zullen wij niet vele woorden behoeven om te betoogen, hoe de zuiver individueele weelde ook in een staat met collectivistisch ingerichte productie zal blijven bestaan. Immers de collectivisten wenschen de persoon- lijke eigendom der genotgoederen te handhaven 1). Zoolang nu de menschen de goederen, die dienen kunnen om hun verschillende behoeften te bevredigen, naar gelang der be- hoefte waarvoor zij bestemd zijn, met een verschillende hevigheid blijven begeeren, en zoolang deze goederen niet in volkomen overvloed voorhanden zijn, zoolang zal het ver- schijnsel der weelde blijven voorkomen. Steeds zullen er oogenblikken zijn, waarin de mensch zichzelf in hetgeen hij nu en in de toekomst noodig heeft, en de middelen, die hem ten dienste staan om zich dit aan te schaffen, niet met volkomen bewustheid controleert en dus niet economisch is. De gevolgen daarvan zal hij moeten dragen.

Maar de collectivistische staat heeft het in zijn macht te zorgen, dat het algemeen belang door de economische zonden


4) Hoe het eene onmogelijkheid is tusschen productiemiddelen en genotgoederen een zakelijke onderscheiding te maken werd met groote helderheid in het licht gesteld door Prof. d'Aulnis de Bourouill, Hedend. Social. 69 v.v. Diens geheele critiek van het collectivistisch program (р. 68—69), komt mij voor bij uitstek

goed geslaagd te zijn.