Pagina:Ricardo en Marx (Verrijn Stuart 1890).djvu/107

Deze pagina is niet proefgelezen

91

maakt voor een meer intensieve ontwikkeling, betoogde ik reeds eerder 1).

Eindelijk verlieze men niet uit het oog, dat, naast de nadeelen die een gevolg zijn daarvan, dat de productie is overgelaten aan het eigenbelang der producenten, toch even- zeer niet te miskennen voordeelen staan. Wie deze kennen wil, leze den aanhef van het hoofdstuk "de Voortbrenging en het eigenbelang” in het tweede deel van Mr. Pierson’s Leerboek.

De betrekkelijk groote regelmaat in de productie en de consumtie der middelen, noodig om ons bestaan voort te zetten, zonder welke het leven in een beschaafde maatschappij, die heden reeds maatregelen moet nemen om in de behoeften van morgen te voorzien, eene onmogelijkheid ware, is alleen te wijten aan de werking van het eigenbelang. Ieder individu is een organisch deel van het groote geheel, dat wij maat- schappij noemen, en door zoo goed en rationeel mogelijk in eigen belangen te voorzien, werkt men onbewust in vele opzichten tegelijk de belangen van allen in de hand 2).

Ik stap van dit onderwerp, dat ons wellicht reeds te lang bezig hield af; waar het mij om te doen was, is aan te


1) Zie boven pag. 45. Verg. ook de belangrijke studie van prof d'Aulnis over de daling der rentestand, in de Economist van 1888. Waar de daling der rente het gevolg is van krachtige kapitaalvorming, moet loonsverhooging er mede gepaard gaan.

2) Men brengt vaak nog op het credit der weeldeverteringen, dat zij aan tal- looze handen werk verschaffen. Mij dunkt ten onrechte; het is juist een nadeel dat deze productieve krachten voor de vervulling van minbeduidende behoeften worden aangewend, waar zij elders nuttiger werkkring konden vinden. (Zie ook Pierson. Leerboek I. 249 v.v.)
Evenmin gaat de bewering op, dat zoo zelden weeldeartikelen werkelijk in eens verteerd worden; voor zoover zij blijven bestaan geven zij veelal juist aanleiding tot herhaalde weeldeverteringen en reproduceert zich dus slechts het te bestrijden euvel. Slechts in enkele gevallen is in de duurzaamheid van weeldeartikelen een voordeel gelegen. Zoo b. v. bij een fraai aangelegd park, dat wanneer de nood aan den man komt in bouwgrond veranderd zou kunnen worden. Verg. Roscher

l.l. р. 169 v.v.