Pagina:Ricardo en Marx (Verrijn Stuart 1890).djvu/17

Deze pagina is niet proefgelezen
 

Wanneer men de vraag stelt, welke is voor de wetenschap der economie de beteekenis geweest der begrippen omtrent waarde door David Ricardo in zijn Principles verkondigd, en tracht uit de latere litteratuur dezer wetenschap op deze vraag een antwoord te vinden, dan zal men getroffen worden door merkwaardige verschillen van meening.

Afgezien van de breede schaar vereerders van den grooten Engelschen denker, die in blinde bewondering den meester hebben gevolgd, en zijn leerstellingen overgenomen en ont- wikkeld, vindt men bij hen, die waarlijk voor de groote fouten waaraan Ricardo zich schuldig maakte een open oog hebben, zeer uiteenloopende gevoelens wat betreft de boven- gestelde vraag.

Dr. Fr. von Wieser schrijft van Ricardo sprekende: „dat men bij hem een algemeene theorie der waarde en der verdeeling van het gemeenschappelijk produkt te vergeefs zal zoeken. Al zijn talent is aan bijzonderheden, Ъ.v. de verklaring der grondrente, verkwist, wat tengevolge had dat deze niet dan eenzijdig waargenomen en opgevat zijn” 1).

Deze beschuldiging, scherp omdat zij geldt het gemis aan algemeene begrippen omtrent het meest fundamenteele leer- stuk der geheele economie, staat lijnrecht tegenover het oordeel van zeer velen die meenen dat Ricardo, niet alleen wel degelijk een algemeene waardetheorie geleerd heeft, maar zelfs, zij het ook onbewust, de geestelijke vader moet heeten van het collectivisme, voor zoover dit een weten- schappelijk stelsel is.


1) Dr. F. von Wieser, Der natürliche Werth. Wien 1889.

1