Pagina:Ricardo en Marx (Verrijn Stuart 1890).djvu/20

Deze pagina is niet proefgelezen

4

„peeten tegen wil en dank” der „afpersingstheorie” be- schouwd worden.”

Veel minder duidelijk, en met grooter reserve, maar toch in gelijken geest schreef onlangs Prof. Carl Menger 1): „evenzoo waren onjuiste staathuishoudkundige theorieën de oorzaak van valsche economisch-politische stellingen.... en de onjuiste prijsleer der klassieke school is op den prak- tischen eisch der socialisten, dat de arbeider het gansche produkt of den prijs daarvan behoort te ontvangen, in ieder geval van wezenlijken invloed geweest” 2) d

Geen dezer schrijvers heeft echter tot dusver de vraag of Smith en Ricardo te recht de „unfreiwillige Pathen” van het collectivisme heeten mogen, aan een opzettelijk onderzoek onderworpen 3). Ware dit geschied dan zou naar mijne meening reeds sedert lang erkend zijn, dat Helds stelling uitsluitend berust op een misvatting van Ricardo’s waardeleer. Knies (die haar echter evenmin tot een punt van ernstig on- derzoek maakte) noemt Helds bewering „een, 24) het ook nog zoo ver verbreide, fable convenue”’ 4). Ik hoop in de hier-

1) Conrad’s Jahrbücher N. Е. XIX p. 493.

2) Zoo schrijft ook M. Block, vrij vaag (Revue des deux mondes 15 Febr. 1890 р. 927): l’erreur des socialistes (d'attribuer au travail seul tout le mérite de la pro- duction) semble avoir été partagée ou méme provoquée par Adam Smith, car dans certains passages il fait la part trop belle au travail; mais Adam Smith sait tres bien que la nature aussi travaille et que le capital contribue a la production; seulement il ne s'est pas exprimé sur ces points avec une clarté suffisante ”, —

Zie ook Brentano Soziale Not. pag. 34.

3) Prof. d’Aulnis de Bourouill meent (Het Hedendaagsche Socialisme p. 160) dat een onderzoek naar de vraag of Ricardo onder de productiekosten die een zaak waarde geven ook de rente heeft opgenomen, een onderzoek derhalve dat nagenoeg overeenkomt met het hierbedoelde, niet de moeite zou loonen. Ik hoop dat mijn proefschrift zal aantoonen dat een dergelijk onderzoek zeer zeker de moeite loont, daar het voert tot de overtuiging, dat Marx, «als hij zegt dat Ricardo het ook niet heeft gedaan (n.l. de rente onder de productiekosten opnemen).... dien schrijver verkeerd begrepen heeft».

4) Credit II 60.