Pagina:Ricardo en Marx (Verrijn Stuart 1890).djvu/29

Deze pagina is niet proefgelezen

13

anders wenscht te ruilen is de inspanning en moeite die zij hem zelf bespaart, en die zij kan leggen op de schouders van anderen”.

Het is eene verdienste van Ricardo, die op deze ondui- delijkheid bij Smith het eerst de aandacht vestigde, ZE gelijk later blijken zal, te hebben opgelost.

Intusschen geeft alleen de eerste oplossing van Smith ge- zonden zin; alleen zij, al is zij ook geheel ontoereikend om het waardeverschijnsel te verklaren, is in overeenstemming met althans zeer vele prijsvormingen op de openbare markt.

De tweede verklaring, dat de waarde van een zaak zou afhangen van den arbeid noodig geweest ter productie van de zaken die men in ruil voor de zijne ontvangt leidt tot een onhoudbare cirkelredeneering. Denkt men, zich toch twee zaken, b. v. а en 2b, die tegen elkander geruild worden, en vraagt men nu wat is de waarde van elk van deze, dan wordt men voor de waarde van a verwezen naar den arbeid ter productie van 2b benoodigd, en voor die van 2b weder teruggestuurd naar a. Een fatale cirkel waaraan geen ontkomen is.

Evenzeer onjuist is de stelling, dat de waarde eener zaak zou ontleend worden aan de productiekosten die haar bezit den eigenaar bespaart. Bij den tegenwoordigen toestand der maatschappij met zijn zoover mogelijk doorgevoerde verdeeling van den arbeid, overtreft de productiemoeite, die den eigenaar zelfs van den minst waardige zaak zich zou moeten getroosten om haar zelf voorttebrengen in den regel ver de werkelijk bestede productiemoeite. 1) De ervaring leert echter dat, voor zoover de ruilwaarde der goederen ook thans nog door de waarde der productiefactoren die ze voortbrachten . wordt geïnfluenceerd, dit alleen geschiedt door de werkelijk


1) Vgl. v. Böhm-Bawerk. Kapital und Kapitalzins I. 431 v.v. Zie ook Prof. A.

Beaujon « Nog iets over weelde». Econ. 1882, p. 387.