Pagina:Ricardo en Marx (Verrijn Stuart 1890).djvu/46

Deze pagina is niet proefgelezen

30

Ziedaar dan nu de zoo beruchte "arbeidstheorie” in oor- sprong en wezen ontleed. Mag men uit haar besluiten tot de leus: het geheele product worde volledig gegeven aan den arbeider? Steunt de waardeleer van de collectivisten, die de kapitaalrente beschouwt als een roof aan den arbeider gepleegd , op dezelfde beginselen? Heeft men recht Ricardo en Marx in één adem te noemen?

Wij zullen het antwoord op deze vragen thans gaan zoeken, en te dien einde in de eerste plaats de vraag hebben te beantwoorden, welke zijn de leerstellingen door het collec- tivisme gepredikt met betrekking tot den oorsprong en het. wezen van het waardeverschijnsel.

Wij zullen ons bij dit onderzoek voornamelijk houden aan het werk van Karl Marx, "das Kapital”.

In de eerste plaats omdat de collectivistische waardeleer door Marx het volledigst is uiteengezet, en door hem princi- piëeler werd ontwikkeld dan door Rodbertus b.v. 1)

En voorts, omdat het collectivisme , voor zoover wetenschap- pelijk, nog steeds in Karl Marx zijn hoofd erkend; en niets. doet dan zijn denkbeelden propageeren en populariseeren.

De strijd door de heeren C. A. Schramm en H. Bahr aan- gebonden tegen Schäffle, over de vraag welke beteekenis aan


niet aan. Wat in deze materie van den arbeid geldt, geldt ook van het loon, mits men beiden maar met denzelfden maatstaf mete.

De tegenstelling relatieve arbeid tegenover absoluut loon is een fout. En deze- fout valt bij Ricardo te meer op, daar hij juist in sectie 4 en 5 van zijn eerste. hoofdstuk betoogde den verschillenden invloed, die loonstijging heeft in industrieën waarin kapitaal (duurzaam of vlottend) in verschillende hoeveelheden werd aange- wend, en hierdoor den grond heeft gelegd, waarop o. a. Mr. W.C. Mees in zijn Hoofdstukken later het verband tusschen loon en rente heeft kunnen ontwikkelen.

Ricardo vergeet herhaaldelijk in zijn eerste hoofdstuk, dat alleen de relative hoeveelheid arbeid ter productie besteed de ruilwaarde der goederen volgens hem bepaalt, en dit heeft zeker niet weinig er toe EE dat zijn werk zoo grof door het collectivisme werd misverstaan.

1) Vgl. omtrent dit punt o.a. v. Böhm Bawerk Kapital I 427.