Pagina:Ricardo en Marx (Verrijn Stuart 1890).djvu/63

Deze pagina is niet proefgelezen

47

gelijk Кnies zegt 1), de goederen "erschöpliche Befriedigungs- mittel aüsserer Bedürfnisse der Menschen sind”. En deze erkentenis is in zijn oorsprong subjectief of individueel; ieder mensch is egoist en kent aanvankelijk slechts zijn eigen behoeften en daardoor zijn eigen waardeschattingen. Nu het maatschappelijk mechanisme echter steeds meer ontwikkeld werd, en de mensch niet langer geheel in eigen kracht zijn behoeften bevredigen kon, is hij gedwongen geworden kennis te nemen van, rekening te houden met de behoeften en waarde- schattingen ook van anderen. Zoo ontstond uit den wedstrijd van subjectieve waardeschattingen de prijs. „De prijs is van het begin tot het einde het product van subjectieve waarde- schattingen”, zegt v. Böhm Bawerk zeer juist 2).

Marx, die meent, dat niet deze subjectieve waarde, maar de menschelijke arbeid het meest wezenlijk element in het waardeverschijnsel is, moest dunkt mij, bij dieper nadenken op allerlei tegenstrijdigheden stuiten. Arbeid waardebron 3): maar vanwaar dan de waarde van een zonder eenigen arbeid hoegenoemd, op een wandeling gevonden edelsteen? Van- waar dat gelijke arbeid zoo vaak ongelijke waarde voort- brengt? 4) Marx schrijft: Een ding kan gebruikswaarde zijn zonder waarde te zijn. Dit is het geval dan, wanneer zijn bestaan niet een produkt van arbeid is voor den mensch 5),


1) Geld p. 152. Verg. ook p. 160.

2) Kapital II, р. 219.

3) Zeer juist schrijft Knies (Geld 155): "Es kann nicht ein solches, in Ge- brauchswerten steckendes Arbeitsquantum sein, das den Begehr nach diesen Gütern anregt und normirt. Wir müssen auch in der That feststellen: unser bezüg- liches Gebrauchsbedürfniss wird durch Brot, Schuhe Bücher u.s.w. ebensowenig befriedigt, weil Arbeit in ihnen steckt, als wir Sonnenschein, Wasser und Luft begehren und gebrauchen, weil keine Arbeit in ihnen steckt". Ofschoon hier alleen van subjectieve waarde gesproken wordt, geldt deze plaats natuurlijk evenzeer voor de verkeerswaarde wier bestaan alleen een gevolg is van het feit dat dezelfde goederen voor verschillende personen subjectieve waarde bezitten.

4) Cf. d'Aulnis l.l. р. 93. v. Böhm Kapital І, 430 j°. 439, Knies Geld. 156.

5) 1.1. р. 7.