Pagina:Ricardo en Marx (Verrijn Stuart 1890).djvu/67

Deze pagina is niet proefgelezen

51

gebruikte kapitaal- en arbeidsdiensten een vergoeding werd betaald, maar deze kon betaald worden, omdat men berekende, dat de te produceeren goederen een daaraan gelijke of hoo- gere waarde zouden bezitten.

Ook de bron der waarde der absoluut zeldzame goederen is door Ricardo juist aangewezen 1), zij het ook nog niet scherp gedefinieerd. Zijn fout is, dat hij niet inzag hoe het waardeverschijnsel steeds in wezen hetzelfde is, hetzij het wordt waargenomen bij monopoliegoederen, bij kapitaalgoe- deren, of bij goederen in aantal voor willekeurige vermeerdering vatbaar, n.l. een resultante van de op een oogenblik beschik- baren voorraad van een bepaald goed, en de daaraan bestaande behoefte, die zich uit in de beteekenis door den mensch ge- hecht aan ieder bepaald stuk dier voorraad. Voor de waarde van dat bepaalde stuk is dus niets wezenlijk als zijn nuttig- heid, d.w.z. de concrete behoeftebevrediging die van zijn bezit afhangt; derhalve heeft het geen zin te onderscheiden tusschen verschillende soorten van goederen, wat betreft oor- sprong en wezen der waarde. Niet in de goederen, maar in de behoeften die zij vervullen moeten, is verschil. Toch werkt de Ricardo’sche kostentheorie in de wetenschap op allerlei punten nog па; 200 is het leerstuk van den internationalen ruil, voor zoover mij bekend, nog nooit van uit het standpunt der nieuwere waardetheorie behandeld. De wetten der productie- kosten en van vraag en aanbod beheerschen nog geheel dit hoogst belangrijk onderdeel der economie.

Ik kan de verzoeking niet weerstaan, hier met enkele woorden stil te staan bij een onlangs verschenen 2) studie van Prof. Dietzel, die getracht heeft Ricardo’s waardetheorie staande te houden tegenover de „Theorie vom Grenznutzen ” door de nieuweren geleerd. Wat Ricardo betreft, wordt er op


1) Principles p. 10.

2) Conr. Jahrb. N.F. XX 561 v.v. "die klassische Werththeorie und die

Theorie vom Grenznutzen".