81
een dringender behoefte dan men op een gegeven oogenblik op het oog had, dan is bevrediging van deze laatste, daad van weelde; in het omgekeerde geval niet. Of bevrediging van deze behoeften ook anderen mogelijk is, is geheel onverschillig ter beoordeeling van de vraag, of ik door haar te vervullen weelde pleeg. Het gaan naar een kosteloos concert, een genot voor allen toegankelijk, kan weelde zijn voor iemand die terwijl hij weinig of niets bezit in den tijd, dien hij aan dit genot gaat opofferen, geld zou kunnen verdienen om in het onderhoud van zich en zijn gezin te voorzien. Wie durft echter zulk een uitgang weelde noemen tegenover den werk- man, die na volbrachte dagtaak, terwijl er geen mogelijkheid bestaat in den avond zijn inkomsten nog te vermeerderen, op deze wijze een gepaste ontspanning zoekt?
Weelde is "Unwirthschaftlichkeit” 1): wie dit toegeeft zal moeten erkennen, dat een economisch gevolg van de individu- aliteit (die medebrengt dat verschillende personen dezelfde behoeften verschillend sterk gevoelen en dus dezelfde zaken verschillend waardeeren) dit is, dat het zoeken naar een voor allen geldend kenmerk der weelde is, het zoeken naar de quadratuur van den cirkel.
Nu zou men mij kunnen tegenwerpen, dat uit het feit dat men op een gegeven oogenblik een bepaalde behoefte bevredigd, blijkt, dat deze op dat tijdstip de meest dringende is ; immers ware er eene geweest, die krachtiger zich deed gelden, dan zou deze ook vervuld geworden zijn. Het komt mij voor dat deze redeneering inderdaad zou opgaan, indien alle menschen steeds nauwkeurig de motieven en gevolgen van hun handelen over- wogen, en gewilde of ongewilde zorgeloosheid een karaktertrek ware, onbekend bij ons geslacht. Dat dit niet zoo is behoeft echter wel geen betoog. "Unwirthschaftlichkeit” is een kenmerk
1) Ik weet dit woord niet te vertalen. "Economisch onverstand" doet het
opzet, dat toch veelal niet zal ontbreken, te zeer op den achtergrond treden.