Pagina:Staatsregeling van Sint-Maarten.pdf/12

Deze pagina is proefgelezen

2. Personen die niet kunnen schrijven mogen verzoekschriften indienen door tussenkomst van anderen, die hiertoe bij landsverordening bevoegd zijn verklaard.

3. Het bevoegd gezag is gehouden verzoeken binnen bij landsverordening te regelen termijn te beantwoorden. Verzoeken aan de Staten worden door de Staten beantwoord binnen een volgens het reglement van orde van de Staten te stellen termijn.

Artikel 25

Bij of krachtens landsverordening worden de toelating en de uitzetting van vreemdelingen geregeld.

§ 5. Rechtspleging

Artikel 26

Een ieder heeft bij het vaststellen van zijn burgerlijke rechten en verplichtingen en bij een vervolging wegens een strafbaar feit recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak, binnen een redelijke termijn door een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie. Bij landsverordening kan de openbaarheid van de behandeling worden beperkt.

Artikel 27

1. Een ieder heeft recht op persoonlijke vrijheid. Niemand mag zijn vrijheid worden ontnomen, dan volgens bij wettelijke regeling als bedoeld in artikel 81, onder f en g, te stellen regels in geval van:

a, rechtmatige detentie na veroordeling door een daartoe bevoegde rechter;
b, rechtmatige arrestatie of detentie wegens weigering een overeenkomstig een wettelijke regeling door een rechter gegeven bevel op te volgen of teneinde de nakoming van een door een wettelijke regeling voorgeschreven uitdrukkelijke verplichting te verzekeren;
c, rechtmatige arrestatie of detentie teneinde voor de bevoegde rechterlijke instantie te worden geleid wanneer er redelijke gronden zijn om te vermoeden, dat hij een strafbaar feit heeft begaan of indien het redelijkerwijs noodzakelijk is hem te beletten een strafbaar feit te begaan of te ontvluchten nadat hij een strafbaar feit heeft begaan;
d, rechtmatige detentie van een minderjarige met het doel in te grijpen in zijn opvoeding of in het geval van zijn rechtmatige detentie, ten einde hem voor het bevoegde gezag te geleiden;
e, rechtmatige bewaring van of rechtens van vrijheid beroofde personen die een besmettelijke ziekte zouden kunnen verspreiden, van geesteszieken, van verslaafden aan alcohol of verdovende middelen;
f, rechtmatige detentie van personen ten einde hen te beletten op onrechtmatige wijze het land binnen te komen of hun verblijf onrechtmatig te verlengen;
g, rechtmatige arrestatie of detentie van personen indien tegen hen een uitwijzings- of uitleveringsprocedure hangende is.

2. Een ieder die gearresteerd is of gedetineerd, overeenkomstig het eerste lid, onder c, van dit artikel, moet onverwijld voor een rechter worden geleid en heeft het recht binnen een redelijke termijn berecht te worden of hangende het proces in vrijheid te worden gesteld.

3. Een ieder wiens vrijheid is ontnomen, heeft het recht:

a, voorziening te vragen bij de rechter opdat deze op korte termijn beslist over de rechtmatigheid van zijn vrijheidsontneming en zijn invrijheidstelling beveelt, indien de vrijheidsontneming onrechtmatig is;